Op 27 november 2018 werd in Leiden het volgende boek gepresenteerd: Paul Brood, Gerard van Krieken, Jan Spoelder, De wijde wereld van Cornelis Pijnacker (1570-1645) (Zwolle: WBOOKS, 2018).
Geleerd, ambitieus, avontuurlijk, reislustig, ongedurig. Dat zijn de eigenschappen die naar voren komen in de biografie van Cornelis Pijnacker (1570-1645). Op eigenzinnige wijze bewoog hij zich in de academische wereld van Leiden en Groningen. Hij was een goed docent, onderhield een uitgebreid netwerk in de bovenlaag van de Nederlandse republiek. Hij kende Hugo de Groot persoonlijk en was bevriend met de rector van de Groninger universiteit Ubbo Emmius. Maar hij had ook politieke belangstelling, wilde hogerop in de diplomatie. In 1622 nam hij de opdracht van de Staten-Generaal aan om als gezant naar Noord-Afrika te gaan en in 1625 ging hij opnieuw naar dit gebied. Daar, in Barbarije, zoals de Europeanen het gebied noemden, kwam hij in een andere wereld, waar hij te maken kreeg met politieke intriges en machinaties, met de islam en christenslaven en met mensen met wie het kwaad kersen eten was. Bovendien kostten zijn gezantschappen hem meer dan ze hem opleverden.Op zijn oude dag ging hij in Drenthe aan de slag als jurist en maakte daar in 1634 de eerste kaart van de provincie. Als 66-jarige werd hij nog hoogleraar in Franeker, waar hij – 75 jaar oud – overleed. Het verhaal van Pijnackers leven geeft een verrassend beeld van de Nederlandse samenleving in de Gouden Eeuw, waarin de oorlog en de geloofsstrijd voortdurend doorschijnen. (Dirk van Miert)
Zie ook de website van de uitgever voor een inkijkexemplaar.