Op 16 april overleed in Leiden de classicus en theoloog Henk Jan de Jonge, emeritus hoogleraar Nieuwe Testament en vroegchristelijke letterkunde aan de Universiteit Leiden. Zijn oudste liefde gold de exegese van de Bijbel in de vroegmoderne tijd; bijzondere vermelding verdient in dit verband het prachtige De bestudering van het Nieuwe Testament aan de Noordnederlandse universiteiten en het Remonstrants Seminarie van 1575 tot 1700 in de Verhandelingen (1980) van de KNAW. In 1983 promoveerde De Jonge op de felle polemiek tussen Erasmus en de Spaanse theoloog Stunica over Erasmus’ Latijnse vertaling en Griekse editie van het Nieuwe Testament. Sinds 1977 was hij als zeer actief en betrokken lid van de redactie en als editor verbonden aan de kritische uitgave van Opera Omnia Erasmi (ASD). In 1983 publiceerde hij deel IX, 2 in deze reeks, waarvoor zijn dissertatie de grondslag vormde. In 2015 volgde deel IX, 8, dat het vervolg van Erasmus’ polemiek met Stunica en zijn verweer tegen Stunica’s aanhanger Sanctius Carranza bevat. Verder publiceerde De Jonge vijf decennia lang talrijke en scherpzinnige publicaties over het werk van Erasmus, Grotius, Heinsius, Scaliger e.a. Zijn betrokkenheid, eruditie en bevlogenheid is de wetenschappelijke studie van Erasmus’ werk zeer ten goede gekomen. Het overlijden van Henk Jan de Jonge is in vele opzichten een groot verlies, ook voor de bestudering van het Neolatijn en van Erasmus in het bijzonder.
Hans Trapman en Adrie van der Laan
U kunt de rouwkaart hier downloaden.